College van Beroep CvB 17-02 15-01-2017

CvB 17-02 | Second opinion screening op ernstige enkelvoudige dyslexie: in hoeverre mag de pedagoog zich baseren op informatie van de school?

In eerste aanleg werd een klacht ingediend tegen een pedagoge, werkzaam bij een onderwijsadviesdienst, over een second opinion naar het vermoeden van dyslexie, die zij had uitgevoerd op verzoek van een gemeente. 

Belangrijkste klacht was dat zij vergaande conclusies had getrokken uit de schoolinformatie en dat de rapportage te beperkt was. Klager vond dat er geen sprake was van reflectie op de conclusie en over de beperkte waarde van de uitspraken. Het College van Toezicht oordeelde alle klachtonderdelen ongegrond. Het College was van oordeel dat verweerster bij de screening van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem zorgvuldig heeft gehandeld en de juiste criteria heeft gehanteerd. Verweerster heeft niet geconcludeerd dat er geen sprake is van EED of geen sprake is van dyslexie, maar dat op basis van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem tot op dat moment, geen aanleiding is om te concluderen tot een vermoeden van EED. 

In beroep speelde met name dat volgens klager de informatie in het leerlingdossier te summier was om te kunnen concluderen dat er geen vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) was en daarnaast vond hij dat de pedagoge haar opdracht terug had moeten geven aan de gemeente omdat het betreffende kind jonger dan zeven was en dan geen EED geconstateerd kan worden. Het College van Beroep oordeelde dat onderzoek naar dyslexie altijd begint met een screening van de schoolresultaten op lezen en spellen. Verweerster heeft deze eerste screening gedaan en daaruit op grond van de aanwezige gegevens terecht de conclusie getrokken dat er op dat moment geen sprake was van een vermoeden van EED. 

Hoewel de leeftijd relevant is voor de vaststelling van EED, oordeelt het College van Beroep dat verweerster deze opdracht niet terug had hoeven geven omdat de vraag een second opinion betrof en deze dan onbeantwoord zou blijven.

Het College van Beroep oordeelt dat verweerster zorgvuldig heeft gehandeld. Het beroep is ongegrond.