Tuchtcollege besluit tot schorsing van het lidmaatschap van de NVO

Hierbij informeert het bestuur u over de schorsing van het lidmaatschap van mevrouw I.N. Doornink-Te Linde MSc. (lidnummer: 19239).

De schorsing is opgelegd om de volgende redenen:

De pedagoog werkzaam bij een praktijk gericht op (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen heeft bij een aantal kinderen de totaalscore (TIQ) die zij haalden op een intelligentietest zodanig verhoogd dat zij in aanmerking kwamen voor toelating tot bepaalde onderwijsvoorzieningen. Deze kinderen scoorden bij afname van de test net onder een IQ van 130, hetgeen de onderwijsvoorzieningen als harde ondergrens voor toelating hanteerden. De pedagoog deed dit zonder ouders, kinderen of scholen hierover te informeren. Het College stelt voorop dat pedagogen, als zij bij diagnostiek gebruik maken van gevalideerde en gestandaardiseerde instrumenten zoals een intelligentietest, zij deze instrumenten op de daartoe geëigende manier inzetten en gebruiken. Deze instrumenten zijn immers juist bedoeld om diagnostiek te objectiveren. De pedagoog heeft door de testresultaten te verhogen in strijd gehandeld met deze norm. Doordat de pedagoog ouders en kinderen hierover niet informeerde heeft zij hen -onterecht- in de waan gebracht dat sprake was van een IQ in het hoogbegaafde bereik. De pedagoog heeft daarmee het risico gecreëerd dat kinderen op een niet-passende onderwijsvoorziening terecht kwamen.

In situaties, waarin de pedagoog op grond van haar professionele inschatting, toelating van een kind tot bijvoorbeeld voltijds HB-onderwijs, ondanks een TIQ-score van (net) onder 130, mogelijk toch passend achtte, had zij op een andere wijze kunnen interveniëren, bijvoorbeeld door met ouders en na toestemming met de school het gesprek aan te gaan. Gelet op de ernst van de normschending, beperkte reflectie en uitblijven van herstelacties legt het College een schorsing van het lidmaatschap op. 

Lees hier de volledige uitspraak >>

Aan de orthopedagoog is de maatregel opgelegd van schorsing in de uitoefening van het lidmaatschap van het lidmaatschap van NVO voor een periode van maximaal twee jaar. De schorsing wordt opgeheven, indien en zodra de pedagoog voor de NVO aantoonbaar heeft voldaan aan de daaraan hieronder omschreven verbonden verplichtingen. De maatregel is bedoeld om de competenties van de pedagoog te versterken met name op de gebieden professionaliteit, beroepsethiek, beroepsidentiteit en zelfreflectie.
De voorwaarden verbonden aan de schorsing zijn dat de pedagoog:

1. een regionale beroepscodebijeenkomst van de NVO bijwoont voor de volledige duur van de bijeenkomst;
2. minimaal zes keer twee uur supervisie geniet bij een supervisor die is geregistreerd in het Kwaliteitsregister NVO supervisoren orthopedagoog-generalist. Tussen de supervisie-bijeenkomsten zit steeds een reflectietijd van minimaal twee weken.

Ten aanzien van de supervisie moet in de vooraf expliciet omschreven supervisiedoelen tenminste zijn opgenomen dat wordt ingegaan op de versterking van de competenties van de pedagoog op de gebieden professionaliteit, beroepsidentiteit en beroepsethisch handelen.
De supervisie moet worden afgesloten met een door de supervisor goedgekeurd reflectieverslag waaruit blijkt dat de pedagoog in voldoende mate heeft gereflecteerd op haar handelen in deze zaak in relatie tot de Beroepscode.

De termijn voor het voldoen aan de voorwaarden is vastgesteld op maximaal twee jaar, en vangt aan op de eerste dag na het onherroepelijk worden van deze uitspraak (20 november 2025). Indien de pedagoog binnen de termijn van twee jaren niet heeft voldaan aan de omschreven voorwaarden, dan wordt de pedagoog ontzet uit het lidmaatschap van de vereniging op grond van het bepaalde in artikel 9 lid 6 van de statuten van de NVO.

Tot slot

Zodra voldaan is aan de verplichtingen voor opheffing van de schorsing, wordt de opheffing van de schorsing van het lidmaatschap van de pedagoog zo spoedig mogelijk gepubliceerd, onder vermelding van de redenen daarvoor.