College van Toezicht CvT 19-07 17-06-2021

CvT 19-07 | Pedagoog schiet te kort in de begeleiding van haar medewerkers

De pedagoog heeft tien jaar lang een eigen pedagogische praktijk gehad. Klaagsters hebben in 2017 en 2018 als pedagoog in haar praktijk gewerkt. Zij klagen over het handelen van de pedagoog in haar professionele relaties en in haar hoedanigheid van eigenaar van de praktijk.

Het College is van oordeel dat niet is gebleken dat de pedagoog zichzelf ten onrechte voldoende bekwaam achtte om diagnoses te stellen. Zij was bevoegd om als pedagoog werkzaam te zijn en mocht zich op het standpunt stellen dat de continuïteit van de zorg nooit in gevaar is geweest. Deze klachten waren niet gegrond.

Het College acht het wel aannemelijk dat de pedagoog te weinig heeft gedaan aan de aansturing van klaagsters, inclusief de klaagsters die bij haar op een werkervaringsplek zaten. Zij had meer momenten moeten inplannen om met hen afzonderlijk te praten. Zij had ook moeten controleren of de medewerkers de gevraagde VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) hadden ingeleverd. Ook de inhoudelijke begeleiding was onvoldoende. Zij ging ten onrechte uit van de zelfstandigheid van haar medewerkers. Richting haar medewerkers en richting haar cliënten is de pedagoog tot slot onvoldoende open geweest over de zogenoemde ‘verlengde-arm-constructie’ die zij hanteerde met externe supervisoren.