CvT 18-07 | De betrokken pedagoog handelt onzorgvuldig als zij uit een e-mail van klager niet de vraag destilleert of zijn zesjarige zoon aanwezig moet zijn bij een mogelijk schorsingsgesprek
Klagers zoon zit op een basisschool die deel uitmaakt van een scholengroep waarvoor de pedagoog werkzaam is. Klager vraagt via de e-mail aan de pedagoog of zijn zesjarige zoon de volgende dag aanwezig moet zijn bij een mogelijk schorsingsgesprek. De pedagoog reageert wel op de e-mail maar gaat op deze specifieke vraag niet in.
Het College is van oordeel dat de tekst op dit punt voldoende duidelijk is. De pedagoog had de afweging kunnen en moeten maken of het in het belang van klagers zoon was om bij dit gesprek aanwezig te zijn. De pedagoog heeft deze afweging niet gemaakt. Dit is strijdig met artikel 10, derde lid van de Beroepscode 2017.
Het College is voorts van oordeel dat een pedagoog in een tuchtprocedure bij de NVO volledige verantwoording moet kunnen afleggen van zijn handelen. De pedagoog was daarom bevoegd een specifiek document in te brengen in de klachtprocedure.