Ouders willen inzage in het dossier van hun 16-jarige zoon, mag dat?
Nee, de standaardregel is dat een jeugdige van 16 jaar of ouder zelfstandig beslist wie er informatie mag krijgen over zijn behandeling of begeleiding (art 6 NVO beroepscode). Dat betekent ook dat het zelfstandige inzagerecht van ouders met gezag vervalt op het moment dat hun kind 16 jaar wordt. De ouders kunnen dus het dossier van hun kinderen van 16 jaar en ouder als regel alleen inzien met toestemming van hun kind. Maar wat als ouders zich ernstig zorgen maken? Mag dan wel informatie worden verstrekt?
Geen eigenstandig recht (meer) op inzage of afschrift
Veel jeugdigen van deze leeftijd wonen nog thuis. Betrokkenheid van ouders is voor het slagen van de begeleiding of behandeling veelal belangrijk. Het is daarom aan te bevelen om tijdig te bespreken met de jeugdige en de ouders hoe de betrokkenheid van ouders vorm te geven. Ouders hebben nu eenmaal geen eigenstandig recht (meer) op inzage of afschrift. Dit betekent ook dat vragen over de begeleiding en behandeling van de jeugdige niet zonder meer kunnen worden beantwoord door de pedagoog.
(Tijdige) bespreking van de situatie
Door (tijdige) bespreking van deze situatie kunnen er afspraken gemaakt worden over de wijze van betrokkenheid van ouders op het moment dat de jeugdige 16 jaar wordt. De mening/toestemming van de jeugdige is daarbij bepalend.
Zo kunnen er bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt dat ouders handelingsadviezen ontvangen en worden geïnformeerd indien het niet goed gaat met de jeugdige. Betrokkenheid van ouders is daarmee gericht op het slagen van de begeleiding of behandeling. Van belang daarbij is dat duidelijke afspraken worden gemaakt zodat de jeugdige weet waarvoor toestemming is gegeven. Het kan raadzaam zijn om deze afspraken niet alleen te noteren in het dossier, maar ook te overhandigen aan de jeugdige.
Let op: Een jeugdige kan terugkomen op de gemaakte afspraken en bijvoorbeeld beslissen dat zijn ouders niet langer zullen worden betrokken bij de hulp of geen informatie zullen ontvangen.
Informatieverstrekking zonder toestemming (Procesinformatie)
Informatie die zonder toestemming mag worden verstrekt -en zelfs op verzoek moet worden verstrekt aan ouders- is zogenaamde procesinformatie.
Dat is bijvoorbeeld informatie over:
- De bereikbaarheid van de organisatie of pedagoog
- Hoe een traject van begeleiding of behandeling in zijn algemeenheid verloopt (intake, onderzoek, begeleiding/behandeling, evaluatie)
- Hoeveel tijd dit normaliter in beslag neemt
Met andere woorden: informatie over ‘hoe werken wij’. De grens is het moment dat gevraagd wordt ‘en hoe is dat dan bij mij kind’. Die informatie mag niet worden verstrekt zonder toestemming van de jeugdige. Vanzelfsprekend kan dan wel gevraagd worden welke vragen ouders hebben en dat besproken zal worden met de jeugdige of het goed is dat deze informatie wordt verstrekt.
Hulpvraag van ouders
Daarnaast kan het zijn dat ouders zelf een hulpvraag hebben, bijvoorbeeld dat ze meer willen weten over hoe om te gaan met de specifieke problematiek van de jeugdige. We gaan er dan vanuit dat ouders weten welke problematiek er speelt. Een hulpaanbod zoals psycho-educatie mag altijd aangeboden worden. Ook kan er ouderbegeleiding worden geboden. Van belang is dan om, vanwege de privacy van ouders en jeugdige, ervoor te zorgen dat beiden een eigen dossier en een eigen hulpverlener hebben.
De jeugdige wil ouders niet informeren
Als de jeugdige de ouders niet wil betrekken en niet wil informeren, dan geldt in het algemeen ‘geen toestemming is geen informatie’.
Er is echter een uitzondering, te weten als er sprake is van een conflict van plichten (art 16 NVO Beroepscode). De essentie daarvan is dat de pedagoog vanwege het ontbreken van toestemming verplicht is te zwijgen en tegelijkertijd zich verplicht voelt om derden informatie te verstrekken om (het aanzienlijk risico op) ernstige schade bij de cliënt of bij een ander te beperken of weg te nemen. Het enkele feit dat ouders zich zorgen maken is niet voldoende om zonder toestemming informatie te verstrekken. Zie voor een zorgvuldige afweging bij het conflict van plichten de gerelateerde vragen.