Beroepscode en tuchtrecht Informatiedeling

De politie heeft vragen over mijn cliënt, moet ik die beantwoorden?

Nee, er is geen plicht om vragen van de politie te beantwoorden. Ook in het contact met politie en justitie geldt het beroepsgeheim. Informatie kan wel worden uitgewisseld als er toestemming is van cliënt of als er sprake is van een conflict van plichten.

We gaan er in deze situatie vanuit dat de politie weet dat iemand bij de pedagoog in behandeling is. Ook het antwoord op de vraag óf iemand in behandeling is, valt onder het beroepsgeheim en daarom wordt ook daarop standaard geen antwoord gegeven.

Wel of geen contactpersoon?

In grotere organisaties is er vaak een contactpersoon aan wie de politie vragen kan stellen, maar ook dan komt het voor dat je als hulpverlener rechtstreeks wordt benaderd met vragen over de cliënt.

  • Is er binnen in de organisatie waar je als pedagoog werkt een contactpersoon voor de politie? Dan is het zaak om naar diegene door te verwijzen. 
  • Is er geen contactpersoon, dan is het goed om te weten dat niet elke agent weet welke regels er voor hulpverleners gelden. Leg deze zo nodig uit en geef nooit meteen antwoord, maar neem de tijd voor intern overleg of overleg met het spreekuur beroepsethiek van de NVO voordat je een besluit neemt over het al dan niet beantwoorden van vragen.

Hoe om te gaan met vragen van de politie

Net als bij andere derden die om informatie vragen, is het zaak om helder te hebben welke vragen de politie heeft en waarom de informatie van de pedagoog noodzakelijk is. Bij voorkeur worden de vragen op schrift (bijv. per mail) gesteld. Een kopie dossier wordt nooit verstrekt, het gaat altijd om het beantwoorden van concrete vragen. 

Die vragen kunnen beantwoord worden als:

  • cliënt daarvoor toestemming geeft of;
  • er sprake is van een conflict van plichten.

Zorgvuldigheidseisen bij het verstrekken van informatie aan de politie

  • Verstrek de informatie bij voorkeur schriftelijk;
  • Leg een concept van de te verstrekken informatie voor aan de jeugdige en/of de ouders;
  • Zendt de jeugdige en/of de ouders een afschrift van de informatie die u aan politie verstrekt;
  • Leg de verstrekte informatie vast in het dossier;
  • Overleg vooraf met de politie of het, in verband met de veiligheid van de betrokkenen en die van je zelf en in verband met de voortgang van de strafzaak, mogelijk is om contact te hebben met de jeugdige en de ouders over de informatieverstrekking. Adviseert de politie dringend om geen contact te hebben, vraag dan om een schriftelijke bevestiging van de politie daarvan waarbij ook de functie van degene die dit advies gaf wordt vermeld;
  • Probeer, als contacten mogelijk zijn, om toestemming te krijgen voor de informatieverstrekking voordat je overweegt of je, ondanks het ontbreken van toestemming, op basis van een conflict van plichten, toch informatie verstrekt. 

Conflict van plichten

Het wordt extra ingewikkeld als de politie aangeeft, dat de cliënt niet geïnformeerd mag worden, omdat dit het strafrechtelijk onderzoek doorkruist. De enige uitweg voor het verstrekken van informatie is dan een conflict van plichten (art 13 NVO).

Dit betekent dat de pedagoog vanwege (het aanzienlijk risico op) ernstige schade bij de cliënt of bij anderen, besluit om ondanks het ontbreken van toestemming, informatie aan de politie te verstrekken. In de afweging van alle belangen, staan de belangen die de cliënt heeft bij de informatieverstrekking voorop, al is het denkbaar dat de pedagoog de belangen van anderen zwaarder weegt. Bijvoorbeeld als de cliënt een reële en concrete bedreiging vormt voor de veiligheid van (kwetsbare) anderen en het verstrekken van informatie aan de politie ertoe kan leiden dat zij worden beschermd. Zie voor een zorgvuldige afweging  https://www.nvo.nl/veelgestelde-vragen/hoe-deel-je-zorgvuldig-informatie-op-basis-van-een-conflict-van-plichten.  

Deze afweging en het besluit dienen te worden vastgelegd in het dossier.

Negatieve en positieve informatie

Deze werkwijze met conflict van plichten geldt voor:

  • Negatieve informatie over cliënt
    Bijv. bezit pistool, agressieproblematiek
  • Positieve informatie
    Bijv. informatie waaruit blijkt dat cliënt wellicht niet de dader is, zoals cliënt was op moment van het plegen strafbaar feit aanwezig in de groepsbehandeling of met jou in gesprek.

Voor meer info over informatie delen met politie en justitie zie de Handreiking voor pedagogen werkzaam in een juridisch kader https://mijn.nvo.nl/publicaties/handreikingen (achter de inlog).