Beroepscode en tuchtrecht Informatiedeling

Meldrecht Veilig Thuis en het gesprek met ouders

Als de pedagoog overweegt een melding kindermishandeling te doen bij Veilig Thuis, dan is van belang dat de pedagoog hierover het gesprek aan gaat met de cliënt. Dit is stap 3 van de meldcode. 

Bij jeugdigen zal dan het gesprek meestal plaatsvinden met ouders. Welk doel heeft dit gesprek eigenlijk en spreekt u alleen de ouders met gezag?

Doel van het gesprek

Doel van het gesprek in stap 3 is het bespreken van de signalen van kindermishandeling met de ouders, toetsen of ze dit verhaal herkennen en of ouders wellicht nog informatie hebben die dit beeld/vermoeden bevestigt of ontkracht. 

Van belang is dat de pedagoog zijn vermoeden toetst. Maar ook dat ouders op deze manier worden meegenomen in de stappen die de pedagoog neemt en dat er wordt toegewerkt naar hulp voor de problematiek. 

Indien de pedagoog vervolgens besluit een melding te doen, dan is het van belang dat ouders daar ook over worden geïnformeerd.

Met wie voert u het gesprek?

In beginsel wordt het gesprek gevoerd met de gezagdragende ouders van jeugdigen tot 16 jaar.

Is er één ouder met gezag en een ouder zonder gezag, dan is de ouder met gezag degene met wie het gesprek wordt gevoerd.

Ouder zonder gezag

Een ouder zonder gezag kan wel omgang hebben met de jeugdige. Wat betekent dit voor stap 3 van de meldcode? 

Situatie bij de ouder met gezag

Het kan zijn dat het vermoeden van kindermishandeling de situatie bij de ouder met gezag betreft. Dan spreekt de pedagoog hierover verder niet met de ouder zonder gezag.

Situatie bij de ouder zonder gezag

Het kan ook zijn dat het vermoeden van kindermishandeling de situatie bij de ouder zonder gezag betreft. Dan is het van belang dat er, behalve een gesprek met de ouder met gezag, ook een gesprek wordt gevoerd met de ouder zonder gezag om het vermoeden te toetsen.  

Als er vervolgens besloten wordt tot het doen van een melding dan wordt de ouder met gezag én ook de ouder zonder gezag geïnformeerd, omdat de melding gegevens van die ouder bevatten.

Kind(eren)

Als de pedagoog de kinderen of het gezin in behandeling heeft, dan is ook van belang om hierover het gesprek voeren met het kind of de kinderen. Dit geldt in principe bij kinderen op alle leeftijden (zodra communicatie mogelijk is), op een op de leeftijd en ontwikkeling aangepaste wijze. Dit is van belang om helder te krijgen hoe het kind de situatie ziet en wat hij zou willen. Het kind is tenslotte de (mede) cliënt. Zie over het betrekken van kinderen bij het zetten van de stappen van de meldcode ook de ‘Handreiking participatie van kinderen in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ 

Veiligheid van de jeugdige, andere ouder of pedagoog

Een gesprek met ouders om een vermoeden te toetsen, dan wel het informeren van ouders dat een melding bij Veilig Thuis wordt gedaan, kan achterwege blijven indien er concrete aanwijzingen zijn dat daardoor de veiligheid van een ander in het geding komt. Dat kan zijn de veiligheid van de jeugdige, van de andere ouder, maar ook van de pedagoog zelf.  

Houd er rekening mee dat dit niet vertellen altijd een tijdelijke situatie is. Zodra de veiligheid het toe laat dienen ouders alsnog te worden geïnformeerd.

Stel u hebt zelf geen melding gedaan en u krijgt een vraag van Veilig Thuis? Zie dan 'Wat als veilig thuis informatie wil over de behandeling van een ouder of kind?'