Familie en naasten helpen als (ortho)pedagoog kan dat?
Regelmatig komt het voor dat (ortho)pedagogen benaderd worden door vrienden en familie met vragen over naasten. U bent toch pedagoog? Dan kunt u ons vast verder helpen! Maar kunt u dat wel en waar ligt de grens?
Artikel 23 lid 4 van de NVO beroepscode stelt:
De pedagoog aanvaardt geen opdracht waarbij de professionele relatie vermengd raakt, of kan raken, met de informele relatie die de pedagoog heeft met de cliënt. Zoals in die gevallen waarin er tussen de pedagoog en de cliënt of een lid van het cliëntsysteem een familie-, liefdes- of vriendschapsrelatie bestaat.
Het is dus van belang om als er sprake is van een informele relatie - zoals neefje/nichtje, goede vriend(in), buren, partner - dat u als pedagoog vooral in uw privé rol blijft. Neem bij familie en vrienden dus niet de rol op u van de pedagoog die onderzoek kan doen of begeleiding of behandeling kan bieden. Dat kunt u namelijk niet objectief in deze situaties en het kan de informele relatie onder druk zetten.
Natuurlijk kunt u vanuit uw kennis wel meedenken met uw vrienden of familie. U kent tenslotte de weg in ‘zorgland’. Van belang is dat u blijft in uw rol als familie lid of vriendin. Vanuit die rol kunt u namelijk ook onmisbare steun bieden aan een naaste.
Waar ligt de grens van een informatie relatie?
Zo werd bijvoorbeeld de volgende vraag gesteld. De buren van mijn zus zoeken een pedagoog voor onderzoek van hun kind. Kan ik dat doen? U kunt redeneren, dit zijn mensen die u zelf als pedagoog niet of nauwelijks kent. Dan lijkt het niet bezwaarlijk. Maar hoe nauw is die relatie tussen uw zus en haar buren eigenlijk? Zijn dit goede vrienden die op alle feestjes komen, waar u ook komt? Stel het onderzoek brengt slecht nieuws? In hoeverre wordt de goede relatie tussen uw zus en haar buren dan onder druk gezet? En vervolgens wellicht uw relatie met uw zus? Kunt u dan niet beter behulpzaam zijn, in die zin, dat u hen verwijst naar een collega? Bijv. via ‘zoek een pedagoog’ op de NVO website?
Het blijft een afweging die heel afhankelijk is van de concrete omstandigheden. In dit geval werd er vanwege de nauwe relatie tussen zus en buren gekozen voor doorverwijzen, maar onder andere omstandigheden had dit ook tot een ander besluit kunnen leiden.
Van belang is om steeds een afweging te maken: hoe dicht staan de hulp vragende mensen bij mij als pedagoog? Kan ik objectief handelen? Wat kunnen de consequenties zijn bij slecht nieuws situaties?
Overleg bij twijfel vooral met een collega of neem contact op met het spreekuur beroepsethiek, iedere maandag en donderdag van 09.30 - 12.30 uur: 030 - 232 24 07, toets 2 of per mail via vragenberoepsethiek@nvo.nl.
Het College van Toezicht van de NVO deed ook een aantal uitspraken over dit vraagstuk:
- De pedagoog is als privépersoon een juridische procedure gestart tegen haar voormalig partner waarin zij onder meer verzoekt om de OTS (ondertoezichtstelling) van hun dochter. Zij brengt in deze procedure een document in van 46 pagina’s van haar hand https://www.nvo.nl/beroepscode-en-tuchtrecht/tuchtrecht/uitspraken/cvt20-03.aspx
- De pedagoog stuurt een e-mail naar de nieuwe advocaat van haar stiefdochter waarin zij zich presenteert als orthopedagoog en gedragsdeskundige. Zij maakt geen melding van de familierelatie https://www.nvo.nl/beroepscode-en-tuchtrecht/tuchtrecht/uitspraken/cvt17-09.aspx