Beroepscode en tuchtrecht Informatiedeling

De Verwijsindex Risicojongeren (VIR): wat mag je als pedagoog wel en niet?

Als pedagoog heb je het récht om een jeugdige (tot de leeftijd van 23 jaar) in de Verwijsindex te registreren, ook zónder toestemming van de jeugdige en/of zijn wettelijke vertegenwoordigers. Echter, alleen als er sprake is van een redelijk vermoeden dat de jeugdige daadwerkelijk wordt bedreigd in zijn gezonde en veilige ontwikkeling

De Jeugdwet kent daarvoor expliciet genoemde risico’s. Het is dus niét zo dat een gemeente je kan verplichten alle cliënten te registreren in de Verwijsindex. Wel zijn gemeenten verplicht om een regionale Verwijsindex in te richten en het gebruik daarvan te stimuleren.

Registratie in de Verwijsindex Risicojongeren (VIR)

Van belang is dat de pedagoog het voornemen tot melden in de Verwijsindex bespreekt met de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordigers. In de VIR registreer je het burgerservicenummer van de jeugdige én de eigen contactgegevens van de pedagoog.

Match met andere professional

Er kan vervolgens een match ontstaan met een andere professional die:

  • dezelfde jeugdige heeft geregistreerd;
  • een jeugdige heeft gemeld met dezelfde ouder;
  • een jeugdige heeft gemeld die woonachtig is op hetzelfde adres.

Beiden ontvangen dan per e-mail bericht van een match.

Doel van de registratie

Het doel van registratie in de Verwijsindex is vroegtijdige onderlinge afstemming door professionals zodat passende hulp, zorg of bijsturing kan worden geleverd. 

Het is dan ook van belang dat je na de match contact opneemt met de andere professional. Vanaf de match geldt voor het uitwisselen het beroepsgeheim zoals verwoord in de NVO-beroepscode: Gegevensuitwisseling mag alleen als de jongere of zijn ouders daarvoor toestemming hebben gegeven of als er sprake is van een conflict van plichten.