Altijd toestemming nodig voor het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief van de leerling?
De algemene regel is dat er voor het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling toestemming nodig is van de ouders, maar is dat altijd het geval? Is er ook toestemming nodig van de leerling als deze bijvoorbeeld 14 jaar is?
Onderwijswetgeving gaat er vanuit dat ouders (met gezag) beslissen tot de leerling meerderjarig is. Uitzondering is bij het uitoefenen van dossierrechten en bij het doen van onderzoek. Daarvoor gelden andere leeftijdsgrenzen.
Zie voor meer informatie daarover de NVO Handreiking voor pedagogen in het onderwijs https://mijn.nvo.nl/publicaties/handreikingen (achter de login).
Ook voor het OPP geldt dat wetgeving benoemt dat ouders beslissen. Over het gehele OPP vindt een ‘op overeenstemming gericht overleg’ plaats tussen school en ouders (met gezag). Voor het handelingsdeel van het OPP is toestemming nodig van ouders. In het handelingsdeel staat benoemd wat er aan extra ondersteuning voor de leerling wordt ingezet. De toestemming voor het handelingsdeel betreft dus toestemming voor ondersteuning en begeleiding van de leerling. Maar wat nu als in het handelingsdeel de conclusie staat dat er geen extra ondersteuning nodig is. Is er dan nog steeds toestemming nodig voor het handelingsdeel?
Nee, dan is er geen toestemming nodig voor het handelingsdeel. Onderwijswetgeving zegt namelijk dat er toestemming nodig is voor het deel van het OPP betreffende de individuele begeleiding van de leerling. Dat is dus toestemming voor de begeleiding, ondersteuning of hulp die zal worden ingezet bij de leerling. Wordt er geen individuele begeleiding ingezet, dan is er ook geen toestemming nodig.