Beroepscode en tuchtrecht Informatiedeling

Altijd toestemming nodig voor informatie delen met gezinsvoogd?

Nee, voor het uitwisselen van informatie met de gezinsvoogd die een ondertoezichtstelling (OTS) uitvoert, is geen toestemming nodig. Sterker nog als de gezinsvoogd vragen heeft, dan is de pedagoog verplicht die te beantwoorden. 

Daarnaast heeft de pedagoog het recht om relevante zaken die aan het licht komen tijdens de begeleiding of behandeling te melden aan de gezinsvoogd. Dat geldt alleen voor informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de OTS. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat ouders regelmatig niet verschijnen op afspraken of deze afzeggen en daarmee het kind (wellicht onbedoeld) hulp onthouden (zie artikel 11 lid 6 en artikel 12 van de NVO beroepscode).

Informatierecht van een gezinsvoogd

Het informatierecht van de gezinsvoogd betreft informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de OTS en kan gaan over:

  • de jeugdige
  • de ouder: de ouder met of zonder gezag, de stiefouder, de feitelijke verzorger en de voogd

Informatie kan dus ook worden opgevraagd bij of verstrekt door de pedagoog die een ouder zonder gezag of een stiefouder in behandeling heeft.

Geen recht op inzage of kopie van het dossier

Voor alles geldt: niet meer informatie dan noodzakelijk en geef antwoord op basis van het dossier. Behandel je een kind voor concentratieproblemen en vraagt de gezinsvoogd naar de wenselijkheid van omgang met een ouder? Dan kun je daar geen antwoord op geven. 

Verder is het goed om te weten dat de gezinsvoogd recht heeft op informatie, maar geen eigen recht heeft op inzage of kopie van het dossier.

Informeer vooraf ouders met gezag

Voor het beantwoorden van vragen geldt ook dat je ouders met gezag/jeugdige niet mag overslaan. Van belang is dat de pedagoog ouders/jeugdige informeert voorafgaand aan het verstrekken van de informatie, tenzij daardoor de veiligheid van het kind, de pedagoog zelf of een ander in gevaar komt

Ook als je informatie over een ouder zonder gezag, stiefouder of verzorger wil verstrekken is het van belang diegene daar tevoren over te informeren.

Zorgvuldigheidseisen bij het verstrekken van informatie

  • Span je in om toestemming te krijgen voor de informatieverstrekking voordat je overweegt gebruik te maken van je meldrecht of spreekplicht.
  • Verstrek de informatie bij voorkeur schriftelijk (mail); op deze manier heb je tijd om je dossier te raadplegen en na te denken over de formulering van de antwoorden. Je kunt natuurlijk wel bellen met de gezinsvoogd om de vragen helder te krijgen.
  • Leg een concept van de vragen en de antwoorden die je wil geven (de te verstrekken informatie) voor aan de jeugdige en/ of de ouders (en zo nodig neem je een eigen verklaring/zienswijze van ouders/jeugdige apart op in de mail aan de gezinsvoogd);
  • Stuur de jeugdige en/of de ouders een cc van de mail aan de gezinsvoogd (dan ontstaat er geen misverstand over de informatie die je hebt verstrekt);
  • Leg de verstrekte informatie vast in het dossier;

Zie voor meer informatie over bijvoorbeeld het verschil tussen de situatie dat de gezinsvoogd informatie vraagt (spreekplicht) en de situatie dat de pedagoog op eigen initiatief informatie wil verstrekken (meldrecht) p. 9 en 10 van de NVO Handreiking informatie verstrekken en onderzoek doen in een juridisch kader (zie downloads onder aan deze pagina).