15-6-2014 | College van Toezicht
De pedagoog werkte als gedragsdeskundige voor de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad). Zij werkte mee aan een raadsonderzoek dat resulteerde in een verzoek aan de rechter om de kinderen van klagers onder toezicht te stellen en een machtiging uithuisplaatsing te verlenen. Het College overweegt dat de pedagoog zich in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat de rapportage van de Raad op deugdelijke wijze tot stand was gekomen en dat de bevindingen de conclusies en het besluit konden dragen. Klagers zijn ook meerdere keren geïnformeerd over de werkwijze van de Raad en over de rol en het aandeel van de pedagoog daarin.