Bij zijn afscheid als hoogleraar orthopedagogiek aan de Vrije Universiteit hield Piet de Ruyter zijn toehoorders voor: ‘geconcludeerd kan worden dat – omdat andere wetenschappelijke disciplines gegeven hun aard onvoldoende oog hebben voor hulpverlening bij een stagnerende opvoeding – orthopedagogiek een bittere noodzaak is.’ Dat was in 1999.
In de decennia die volgden, maakte de jeugdhulp een explosieve groei door die tot op de dag van vandaag voortduurt. In 2000 kregen 200.000 jongeren jeugdzorg (inclusief ggz) en in 2018 al 415.000 (CBS). Het aantal psychiatrische classificaties bij kinderen – en in het kielzog daarvan het gebruik van medicatie bij gedragsproblemen – is exponentieel toegenomen, de DSM heeft een vaste plaats veroverd in het klaslokaal en overdiagnostiek en ongeruste ouders zijn alomtegenwoordig. Inmiddels zou 1 op de 5 kinderen hulp nodig hebben bij gezond en veilig opgroeien.
Saillant gegeven: er zijn veel meer kinderen die zorg krijgen dan er kinderen zijn die volgens bevolkingsstudies problemen zouden hebben die professionele zorg nodig maakt. Jo Hermanns: ‘Zelfs het meest pessimistische epidemiologisch onderzoek komt niet tot zo een hoge schatting van het aantal kinderen dat ernstige problemen heeft. In het algemeen gaat men uit van ongeveer 2 tot 5 % die dit type hulp nodig hebben’.
Psychopathologiseren van problemen bij opgroeien en opvoeden heeft een grote vlucht genomen – ook in de gedragswetenschappen. Herstel van het gewone leven als doel van de hulpverlening – als beschreven in het gelijknamige boek van pedagoog Wim ter Horst - is helaas uit het zicht geraakt. Terwijl van conceptie tot volwassenheid een ontwikkelingsproces is bij homo sapiens dat in de loop van een lange evolutie is verfijnd. En veel gaat vanzelf. Kinderen hebben vooral tijd nodig. En als de opvoeding stagneert, hulpverleners die bijdragen aan herstel van het gewone leven. Normaliseren in plaats van problematiseren. Hoog tijd voor basis-orthopedagogen om de handschoen op te pakken.
Hans Koppies studeerde na het behalen van zijn lesbevoegdheid aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding pedagogische wetenschappen aan de Vrije Universiteit – afstudeerrichting orthopedagogiek: gezinnen in psychosociale moeilijkheden. Na werkzaam te zijn geweest in de jeugdhulpverlening als behandelcoördinator en gedragswetenschapper, en in het speciaal basisonderwijs als diagnosticus, heeft hij zich toegelegd op het schrijven over de leefwereld van kinderen: opvoeding, onderwijs en hulpverlening. Vader in een samengesteld gezin met vijf kinderen combineert hij met het schrijven van een boek over evolutionaire pedagogiek. Hans is ook redactielid van De Pedagoog.
Ga terug naar de Inschrijving.